Het laatste Paasmaal (Mattheus 26)
17 Op de eerste dag van Pesach, het Joodse Paasfeest, (de dag dat de Joden al het brood dat met gist is gebakken uit hun huis verwijderen) vroegen de leerlingen aan Jezus: ‘Waar zullen wij het Paasmaal (Pesach) klaarmaken?’ 18 ‘Ga naar de stad, naar meneer die-en-die,’ antwoordde Hij. ‘Zeg tegen hem dat mijn tijd gekomen is en dat Ik met mijn leerlingen het Paasmaal in zijn huis wil eten.’ 19 De leerlingen deden zoals Hij hun gezegd had en maakten het Paasmaal klaar. 20 Terwijl Hij die avond met de groep van twaalf zat te eten, 21 zei Hij: ‘Een van jullie zal Mij verraden.’
Jezus en zijn discipelen waren Joden en dus onderwierpen zij zich aan de Joodse wetgeving en vierden zij samen het ‘Pesach’, het feest van de ‘ongezuurde broden’. Een feest dat 7 dagen zou duren. Een feest wat ‘thuis’ werd gevierd en dus niet in bijvoorbeeld de synagoge of in de tempel.
Als je leest over de oorsprong van het Pesach-feest in Exodus dan staat er geschreven dat elk gezin een lam of bokje moest nemen (vers 3). Of als het een klein gezin betreft zij samen met een ander klein gezin een lam moesten nemen. Dat hangt af van het aantal gezinsleden want het lam moest helemaal worden opgegeten.
Jezus vierde Pesach met de 12 discipelen, dus 13 personen in totaal, bij iemand in huis.
En dan staat geschreven in vers 26; Tijdens het eten nam Jezus een brood, dankte God ervoor, brak het in stukken en gaf het aan zijn leerlingen. ‘Neem dit,’ zei Hij, ‘en eet het op, want dit is mijn lichaam.’ 27 Daarna nam Hij een beker wijn, dankte God ervoor en gaf die aan hen. 28 ‘Drink er allemaal uit,’ zei Hij. ‘Dit is mijn bloed, waarmee het nieuwe verbond wordt bezegeld. Het zal vloeien om vergeving van de zonden te bewerken. 29 Let op mijn woorden: Ik zal geen wijn meer drinken tot de dag dat Ik met jullie nieuwe wijn zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader.’
30 Na de maaltijd zongen zij een lied tot eer van God en gingen vervolgens naar de Olijfberg.
Hoewel wij als gemeente gewend zijn om het Avondmaal te vieren samen tijdens een bijeenkomst op zondag (om praktische redenen), lees je in Handelingen 2:42 over de eerste gemeente (die was ontstaan ná de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag) dat; Zij bleven trouw aan wat de apostelen hun leerden en gingen als een grote familie met elkaar om. Zij kwamen vaak samen voor de maaltijd van de Here (het Avondmaal) en voor gebed.
En in vers 46 staat in de NBG51 vertaling; braken het brood (Avondmaal) aan huis en gebruikten hun maaltijden met blijdschap en eenvoud des harten..’.
Aan huis, thuis.
In deze tijd van crisis (Corona 2020) waarbij wij door de overheid min of meer aan huis gekluisterd zijn zouden wij als gemeente in ons eigen huis ‘de Maaltijd des Heren’ (Avondmaal) kunnen vieren, vooral in deze ‘lijdensweek’.
In een gezin (huis) zou je samen kunnen lezen; Exodus 12 (verlossing van het volk Israël), Jesaja 52:13-15 en 53 (Profetie over het plaatsvervangend lijden van Jezus) en Mattheus 26 en 27).
Veel leesstof weliswaar maar goed om tot je te laten doordringen wat de betekenis is van het Avondmaal zoals Jezus dat heeft ingesteld en goed tot je laten doordingen (ook als gezin) wat het doet als je samen ‘de dood van Jezus en diens betekenis aan elkaar verkondigd.
NB.: In gezinnen met kleine kinderen die de zin van het Avondmaal nog niet kunnen bevatten zou ’t voor de ouders verstandig zijn om de viering van het Avondmaal te doen als de kinderen al liggen te slapen.
CCB Senior pastor,
W.L. van Dongen